Om uitstoot te verminderen en overlast of gezondheidsklachten te voorkomen, zijn maatregelen noodzakelijk. Het niet optimaal benutten van de houtkachel zorgt voor problemen en leidt tot verlies van het plezier ervan.
Voorkomen van overlast
De oorzaak van deze problemen begint bij de bron, dit is de bediener van de hout- kachel of haard. Wanneer de persoon die de kachel aanmaakt dit op de juiste manier doet, zouden er geen problemen ontstaan en is de uitstoot en overlast minimaal of zelfs niet aanwezig. Naast de manier van aansteken (Bijvoorbeeld: Zwitserse aansteekmethode) is het belangrijk dat het juiste materiaal gebruikt wordt. Welke houtsoort gebruikt men en is de kachel van goede kwaliteit en/of is hij schoon. Als men er voor zorgt dat de schoorsteen of kachelpijp goed schoon is, kan dit de verbranding bevorderen waardoor er geen verbrandingsresten ontsnappen.
Het installeren van een (goede) katalysator in de kachel of haard kan er in resulteren dat er geen uitstoot plaats vindt, maar dat er slechts een warmte verplaatsing plaatsvindt aan het einde van de schoorsteen of pijp.
Gebruikswijze
Naast het gebruik van de juiste houtsoorten is het belangrijk dat het hout droog is, het vocht in het hout zorgt ervoor dat er tijdens de verbranding veel rook vrijkomt. Zo moet het hout gedurende een periode van ongeveer twee jaar buiten overdekt in de wind drogen. Na twee jaar zal er ongeveer nog 15% vocht in het hout zitten, dit is droog genoeg om rookwolken te voorkomen. Het hout brandt met dubbel vermogen wanneer deze ook dubbel zo lang droogt, bij 2 jaar drogen brandt het hout met twee keer het vermogen van het hout dat 1 jaar gedroogd heeft. Om het hout optimaal en snel te laten drogen is het handig om de stapel hout op te delen in drie of meer compartimenten. De stapel hout moet van de grond verwijderd staan zodat het vocht in de grond niet in het hout trekt en het hout doet laten rotten. De wind moet de houtstapel ook kunnen bereiken, want de wind zorgt ervoor dat het hout goed droogt.
Vochtgehalte meten
Het vocht in het hout kan gemeten worden met een vochtmeter, deze kan in het hout gestoken worden en dan zal het apparaat nauwkeurig weergeven welk percentage aan vocht het hout bevat.
Het is natuurlijk ook belangrijk dat de houtblokken onbewerkt zijn. Geverfd, gelakt of geïmpregneerd hout verspreiden giftige stoffen wanneer ze verbrand worden en dit moet zeker vermeden worden.
De Zwitserse aansteekmethode
Het hout hoort als volgt opgestapeld te worden volgens de Zwitserse aansteekmethode: De grote blokken hout horen onderaan de stapel, het kleine hout bovenaan de stapel. Het aansteekblokje wordt vervolgens bovenop de stapel gelegd. Wanneer het hout van bovenaf aangestoken wordt krijgt het hout en de verbrandingskamer de kans om langzamerhand op te warmen. Hout verbrandt optimaal, geleidelijk en het schoonst wanneer het op een hoge temperatuur verbrand. Wanneer er hout bijgevuld moet worden dan moet men zorgen dat de deur van de kachel zo kort mogelijk open staat, dit om de temperatuur zoveel mogelijk in de kachel te bewaren
Rookoverlast kan ook ontstaan bij windstil of mistig weer. Dan is het verstandig om niet te stoken, hiermee voorkomt men overlast en een eventuele burenruzie. Door jaarlijks (of bij veel gebruik 2 keer per jaar) het rookkanaal te controleren en schoon te laten maken voorkomt men onnodige uitstoot en het ontstaan van een schoorsteenbrand.